Daar zijn we weer
Maandag 7 mei
Arequipa is een wondermooie stad en heeft heel veel te bieden. Het ligt op 2380m. in een kurkdroge steenwoesternij, maar heeft veel te danken aan het smeltwater van de hoge bergen, zoals de El Misty (5822m.) de Pichu pichu (566m.) en de hoge Chachani (6075m.).
Mede daardoor kon er een groot klooster gesticht worden wat sinds een paar jaar ook open gesteld is voor publiek. Het was als een plaatjesboek, elk hoekje, kamertje, nisje, cel maar vooral de keukens: elk plekje was een plaatje. Plaatjes in Kretablauw, Marokkoabrikoos of portugeesgeel. Uren hebben we er vertoefd totdat onze magen begonnen te klagen en we weer de arcades van de Plaza de Armas beklommen om een arroz con legumas en een avocadosalalde tot ons te nemen.
Dinsdag 8
Vandaag bezoeken we Yuanita. Yuanita is een meisje van twaalf jaar dat door de Inca zo´n 500 jaar geleden geofferd is om de gunst van de bergen te verkrijgen. Sommige bergen rommelden en spuugden vuur. Een offer zou ze doen bedaren. Uit een goede familie werd een knap, intelligent en gezond meisje gekozen, ze werd naar de Inca gebracht die haar goddelijke kracht en verdovende drups toediende. Daarna werd ze in processie naar de plek van elllende gebracht, nog wat verdovend spul, doodsklap en in de top van de berg in een tombe geplaatst met alles wat ze in het volgend leven nodig had.
Jaren is ze daar in de vrieskou bewaard gebleven, in een perfekte staat. Nadat de vulkaanberg weer een eruptie had (1995) werd de mummie van Yuanita gevonden en in processie naar beneden gebracht, naar de universiteit van Arequipa, die ervoor gezorgd heeft dat ze, bij een temparatuur van - 20 graden, sinds twee jaar te bezoeken is. (onderzoek is nog volop gaande).
Tot nu toe zijn er 28 kindoffers gevonden, maar met de milieuveranderingen en het smelten van de ijscaps zullen er vast meer volgen.
9 mei
Om 4 uur checken we in voor Puno. We rijden door Áfghanistan´, wegen tegen de bergen geplakt. Hoge passen, 4500 meter, diepe ravijnen. Het is een slechte bus, een pueblobus. We zijn schijtbang en er is geen plee aan boord. Juist een dag eerder is een bus verongelukt, 22 doden. Onderuit gezakt en verstand op nul, komen we in een ijskoud Puno aan. We zullen moeten wennen aan de koude ijle lucht.
´Nachts is het op onze poolse kamer vreselijk koud en daarbij ook nog een ijzige tl lamp en een ijsblauwe muur en geen mannen om ons te verwarmen. Met al onze kleren aan stappen we in bed en nog krijgen we de bibbers en ademen zwaar. Pas in de ochtend vallen we in slaap.
10 mei: Kalm aan en wennen aan het leven op 3500 meter hoogte.
11 mei We hebben een boot geregeld om het Titikakameer op tegaan en de indianenstam De Uros, op de drijvende eilanden te bezoeken. De drijvende eilanden bestaan uit metersdikke lagen bies dat steeds opnieuw moet worden vervangen omdat de onderste laag langzaam wegrot. We troffen autenthieke families aan. Vrouwen in felgekleurde dikke rokken en vesten, kinderen met leren gezichtjes met stevige snotneuzen, vissense vaders met hoedjes en natuurljk een hoop handwerk die de blanke bezoekers moeten verleiden.
Ook een eiland 3 uur varen , vlakbij de boliviaanse grens, werd met een bezoek vereerd. Daar zijn de mannen de godganselijke dag aan het breien, hun specialiteit. Het moet gezegd, het breiwerk was van hoge kwaliteit, zelfs zo dat dit handwerk op de lijst van Unesco, wereld cultuurerfgoed is gezet.
Rozig van de hele dag varen op het hoogs gelegen meer van de wereld, rollen we nu onze bedjes in, om morgen vroeg op te staan voor de mooiste 10 uur durende treinreis.
Op naar Cusco.
Voor iedereen nu muchos van het een of het ander.
Corry, Marij en Ellen
Abonneren op:
Reacties posten (Atom)
Geen opmerkingen:
Een reactie posten