donderdag 28 oktober 2010


zaterdag 9 oktober 2010

Mark in het nieuws

Carmabi-directeur op expeditie
dinsdag 05 oktober 2010 00:51 | Bron: Paradise FM |

WILLEMSTAD - Wetenschappelijk directeur van Carmabi, Mark Vermeij is door een Amerikaans instituut met de naam Scripps Institution of Oceanography uitgenodigd om deel te nemen aan een expeditie waarbij een aantal eilanden in het midden van de Grote Oceaan wordt bezocht.

Deze eilanden zijn zo bijzonder omdat er eigenlijk nog nooit iemand is geweest. Hierdoor ligt er nog onaangetast koraal en dit maakt het erg interessant voor onderzoek.

vrijdag 8 oktober 2010

Mark in het nieuws

Het Curaçaose koraalrif:‘Experimenten met restauratie’
2 Okt, 2010, 15:58 (GMT -04:00)
Het rif bij Oostpunt
Carmabi is sinds kort bezig met experimenten om koraallarven te planten op plekken waar het koraal beschadigd is. Deze vorm van restauratie lijkt aardig te lukken. Gezond koraal is nog steeds voorhanden en Curaçao staat er redelijk goed voor wat bodembedekking met koraal betreft. Maar waakzaamheid is geboden; de biologische huishouding van koraal is complex en erg gevoelig voor verstoringen.

Tekst: Theo Dol Foto’s: Carmabi

Het valt nog niet mee om een definitie te geven van koraal. Maar Mark Vermeij, marienbioloog bij de organisatie voor natuurbehoud en -onderzoek Carmabi is een vlotte prater en kent alle belangrijke kenmerken uit zijn hoofd. Hij leidt het experiment dat zich afspeelt op zee bij Westpunt en in het laboratorium van Carmabi in Piscadera.

“Als je mensen vraagt wat koraal is zegt de een: ‘Het is een plant’, de ander: ‘Het is een dier’ en weer een ander: ‘Het is een steen’. En ze hebben allemaal een beetje gelijk. Koraalkolonies bestaan uit anemonen die bij elkaar zitten zoals flesjes bier in een krat bier en gezamenlijk maken ze een soort bouwwerk waardoor ze nog meer anemonen of koraalpoliepen kwijt kunnen. Oorspronkelijk komen er in de oceaan weinig voedingsstoffen voor. Dus waar leefden koralen van? Dat is de paradox van het koraalrif. Het koraal ging een samenwerking aan met een speciaal soort algen, zooxanthellae, die het in staat stelt om van het licht te leven, net als planten. De zooxanthellae leven in het weefsel van de koraal en maken suikers die het koraal gebruikt om te groeien. Naarmate je dieper komt wordt het koraal platter, te vergelijken met zonnepanelen, om zoveel mogelijk licht te vangen. Koraal dat snel groeit en in staat is om een rif aan te leggen is op Curaçao te vinden tot een diepte van 137 meter.
Volgens Vermeij zijn er in het Caribisch gebied 68 soorten koraal te vinden. “Maar een soort koraal kan zich in verschillende vormen uiten, vergelijkbaar met verschillende rassen binnen de soort ‘hond’.
Dus binnen een soort zijn koralen veel plastischer dan bijvoorbeeld olifanten of paddestoelen. Evolutionair gezien is het een soort maar op verschillende diepten zien ze er vaak compleet anders uit. Dat heeft in het verleden tot veel verwarring geleid. De omgeving bepaalt vaak hoe een koraalkolonie eruit komt te zien. De larven van koraal hebben een gebied nodig dat structureel stevig in elkaar zit. Op kiezel bijvoorbeeld doen zet het heel slecht’.

Bedreiging
Een bedreiging voor het koraal op Curaçao ziet Vermeij op de korte termijn in ‘kustontwikkeling en alles wat erbij komt’. “Het idee bestaat dat er een streep loopt tussen land en zee en dat het twee gescheiden werelden zijn. En dat is niet zo. Het beste voorbeeld is dat de zee af en toe het land op komt zoals tijdens orkanen. We zitten hier op een stuk kalksteen dat zo poreus is als Zwitserse kaas. Alles wat wij op het land doen, gaat ondergronds en komt uiteindelijk op het rif terecht. Omdat dat niet te zien is, bestaat het voor veel mensen ook niet. Zo gauw wij aan de kant van een rif beginnen te rotzooien, verdwijnen sediment en nutriënten de grond in en komen uiteindelijk met het grondwater op het rif terecht. Dat zijn net de dingen die er oorspronkelijk nooit waren. Door de toename in sedimentatie worden koralen met een soort schuurmiddel afgeschuurd. De toegenomen nutriënten veroorzaken een toename in organismen die oorspronkelijk niet veel op riffen voorkwamen. Dat zijn dan voornamelijk bacteriën en algen.
Wereldwijd zie je dat riffen die gedomineerd worden door elegante koralen overgenomen worden door snel groeiende en opportunistische rommel.”
Marienbioloog Mark Vermey(rechts)
In de kuststrook van het Breezes hotel tot aan Boca Sami heeft volgens Vermeij het koraal zijn beste tijd gehad. “Je kan je afvragen of het daar ooit nog terug komt. Voor het kustgebied bij Mambo Beach geldt dat waarschijnlijk ook maar dat ken ik niet zo goed.”

“De beste plekken zijn Oostpunt, de Noordkant en Westpunt. Wat betreft Oostpunt hebben we de langst lopende database ter wereld. Sinds 1973 zijn daar kwadranten van drie bij drie elk jaar gefotografeerd. Het blijkt dat daar in de loop der jaren niets veranderd is. En als je het gebied hier (bij Carmabi in Piscadera) neemt, dan zie dat er in 1973 tachtig procent van de bodem koraal was en dat is nu nog ongeveer tien procent, denk ik. Dan ben je al een factor tien achteruit gegaan en kun je je af gaan vragen wat je nog kan doen om het koraal terug te laten keren. Als je in het buitenland vertelt dat we een rif hebben dat in ruim dertig jaar nu nog steeds een bodembedekking heeft van tachtig procent, geloven ze je niet. Als ik foto’s rond stuur, krijg je reacties als: ‘Ik wist niet dat er in de jaren ’70 al kleurenfoto’s gemaakt konden worden’. En dat terwijl ze kort geleden zijn gemaakt. Ook voor Caribische begrippen is dat heel bijzonder.”
Het zeegebied bij Oostpunt is heel gunstig voor koraalgroei. Vermeij: “Er spoelt een flinke dosis oceaanwater doorheen. Het onderwaterplateau is keihard kalksteen Het is toeval dat het daar goed gaat. Aan de kant wordt niet gerotzooid. Er wordt relatief weinig op het rif gevist.”

“Het rif bij Jan Thiel was vroeger ook prachtig. Toen het een paar jaar geleden zo enorm geregend had, is veel losse grond vanwege de huizenbouw in zee gespoeld. Het is niet zozeer het zand zelf dat het koraal bedreigt maar bacteriën die op dat zand leven. Bepaalde microbiële gemeenschappen die alleen op het land voorkomen verstoren de bacteriënhuishouding in de slijmlaag van het koraal als ze in zee terecht komen. In de buitenste laag van het koraal bevindt zich een specifiek en door het koraal zelf gekweekte bacteriële gemeenschap die functioneert als een soort antibiotica.Als je teveel bacteriën in het water krijgt die daar niet thuis horen, dan werken deze koraal-eigen bacteriegemeenschappen niet meer. Volgens sommigen heeft de verwoestijning van de Sahara geleid tot stofwolken die neerkomen in het Caribisch gebied die ook sedimenten met bacteriën bevatten. Er zijn soorten koraal nagenoeg uitgestorven door de bacteriën op dat stof uit de Sahara, al weten we niet precies hoe dat komt. Bij het koraal is de samenwerking tussen het koraal zelf, de microbiële gemeenschap en de inwonende algen een heel verfijnd mechaniekje dat bij het minste of geringste tikje de soep indraait.”
Vermeij vergelijkt de complexiteit van een koraalrif met dat van een vliegtuig. Als zo’n toestel neerstort en uiteen spat is het vrijwel onmogelijk om uit die brokstukken weer een compleet vliegtuig te reconstrueren. “Als het eenmaal fout gaat met het koraal is het net zo moeilijk om de zaak weer op te starten.”

Toegepast onderzoek
Carmabi is kort geleden enkele experimenten begonnen die Vermeij aanduidt als ‘toegepast onderzoek’. Het is niet zozeer weten om te weten maar oplossingen bedenken voor problemen met betrekking tot de Curaçaose natuur. Is het bijvoorbeeld zo dat als je een gezonde omgeving hebt – zoals bij Oostpunt, de noordkust en Westpunt – er dan gelukkige koralen zijn die gezonde baby’s maken? Een keer per jaar – in augustus en september – planten de koralen zich voort. En de vraag is of het koraal in die gezonde omgeving ook gezonde larven produceert die in principe beter overleven, gemakkelijker aan de grond vast raken en sneller groeien. Daar begint het aardig op te lijken. De gezondheid van die larven kun je meten op dezelfde manier als je cholesterol meet. Dus je kijkt naar de vetsamenstelling en een dikke, vette larf doet het in alle opzichten beter dan zijn magere collega’s. Nu blijkt dat West- en Oostpunt bronnen zijn van sterke larven. Ze drijven met de stroom mee en als je koraallarven vindt die op een rif zitten en beginnen te groeien, is er wellicht een grote waarschijnlijkheid dat ze uit die gebieden komen. Die gebieden hebben daardoor een meerwaarde omdat ze fungeren als kraamkamers voor alle andere koralen op het eiland.” Uit het onderzoek dat nu bezig is, moet blijken wat er precies aan de hand is.

Een ander onderzoek gaat over overlevingskansen van een koraallarf. Er worden miljoenen larven en eieren in zee gestort waarvan in de natuur slechts een heel klein percentage overleeft. Vermeij: “Die larven zijn heel klein, ze kunnen wel wat maar het blijven wat zwakke beestjes. Als je ze vangt en ze een beetje verwent tijdens die kritische periode dat ze normaal in zee zouden ronddrijven, is het dan zo dat je hun overlevingskans kunt laten toenemen? In de natuur raak je er een hoop kwijt maar dat gebeurt in ons experiment niet. Dan zou je die larven kunnen settelen, ze ergens opplakken en dan weer terugzetten op het rif. Het heeft natuurlijk weinig zin om koraal terug te brengen in een rotte omgeving waar hun voorgangers al eerder kapot zijn gegaan. Maar als het eiland gaat opletten op kustontwikkeling en de effecten die bebouwing hebben op de kust en dus zorgt voor gezond water, dan zouden we in principe kunnen helpen door een nieuw rif in te zaaien. We zijn bezig geweest om een techniek daarvoor te ontwerpen en dat loopt nu wel. Maar het is wel een laatste redmiddel, je kunt er beter voor zorgen dat de riffen die nog bestaan niet verder achteruit gaan.”
Er ligt een proefveldje bij het Seaquarium. Daar wordt het onderzoek in de praktijk gebracht. Het is niet ondenkbaar dat bijvoorbeeld een schip op de kust loopt en een deel van het rif vernielt. Vermeij: “Dan kunnen wij proberen dat gat te dichten. Ik denk dat het niet lukt om een heel rif in te zaaien. Daar zijn die riffen veel te complex voor.”

“Koraal is op het rif in een continue strijd gewikkeld met algen. Die algen zijn tegenwoordig in het voordeel. Ze gebruiken de nutriënten die wij in zee gooien en kunnen sneller groeien dan koralen. Een ander voordeel dat algen hebben is dat we zo’n beetje de zee hebben leeg gevist. Als je tien jaar geleden in zee dook zag je meer vis dan nu. Het zijn vooral de herbivore vissen die algen eten die men beter kan laten zwemmen. Als je die vis eruit haalt kunnen algen ongecontroleerd hun gang gaan. Tot tien jaar geleden ging dat goed omdat de papegaaivis hier relatief weinig gegeten werd. Maar dat is nu anders. Dan is er het probleem van de zeeappel. Dat waren de grasmaaiers van het rif. In 1983 zijn ze door een mysterieuze ziekte aangetast en binnen een jaar uitgeroeid. Dat was de nekslag voor veel koraalriffen in het hele Caribisch gebied omdat de zeeappel op veel locaties die al waren overbevist, als enige er voor zorgde dat algen het koraal niet overwoekerden.”

“Curaçao steekt er toch nog gunstig uit in het Caribisch gebied. We gaan wel achteruit maar langzamer dan in de rest van dit gebied. Ga kijken in de Florida Keys of op Jamaica en dan zie je hoe het rif totaal is overwoekerd door algen. Die zijn waarschijnlijk het punt voorbij dat beschermende maatregelen nog gaan leiden tot koraalrifherstel en wij moeten oppassen dat we op Curaçao niet in een zelfde situatie terecht komen. Rif is belangrijk voor een land. Het levert gratis kustbescherming tijdens stormen en orkanen. Een gezond rif levert veel vis. De lokale visstand moet je zien als een bankrekening. Hoe meer erop staat hoe hoger de rente is waar je van kan leven. Zo is het ook met de visstand. Hoe gezonder het rif, hoe meer vis en hoe meer je kunt vangen. Wat we nu doen is interen op een bankrekening waar minder en minder op staat.”
Volgens Vermeij heeft behoud van het koraalrif ook consequenties voor de volksgezondheid. “Als het koraalrif verdwijnt krijg je op de bodem een rottende soep vol bacteriën die voor de mens schadelijk kunnen zijn. Daar kan je je kind niet in laten zwemmen, dan moeten er borden ‘Verboden te zwemmen’ langs de kust worden neergezet. Daar zit je als op toerisme georiënteerd eiland niet op te wachten. Door alles wat wij in zee gooien, raakt het koraal direct of indirect in de verdrukking. Het is een complexer systeem dan we tien, twintig jaar geleden dachten en is gevoelig voor verstoringen. Curaçao zit nog aan de goede kant. Bij Marie Pompoen was als gevolg van een riool die uitkwam op zee alle koraal verdwenen maar dat komt nu terug. Wij hebben hier meer genetische variatie dan waar ook in het Caribisch gebied. Ook zeeappels komen terug, zij het langzaam. En wat de opwarming van het klimaat en het verbleken van koraalriffen betreft zien we bij Koredor veel koraal in het warme koelwater van de waterfabriek. Als we nu opletten en er werk van maken, komt het allemaal best goed. Dus waak voor overbevissing en laat de troep die op het land ontstaat, op het land.”

Bron: http://www.amigoe.com/artman/publish/artikel_79069.php